WEDSTRIJDREGLEMENT CATEGORIE M.A. en J.A.

Basisscholen max. leeftijd 13 jaar op 1 juli 2006.

60 meter:

De start geschiedt door middel van een pistoolschot. Er mogen geen startblokken, spikes, voetbalschoenen en ander schoeisel gebruikt worden waarvan redelijkerwijs aangenomen moet worden dat de zool voordelen kan opleveren.

600 meter:

idem

Verspringen:

Bij het verspringen moet worden afgezet vanuit of voor een wit gemarkeerd vlak, waarvan de lengte en de breedte resp 80 cm en 122 cm bedragen. Gezien vanuit de looprichting vormt de balk in het afzetvlak de achterste grens van het vlak. (Dichtst bij de springbak) De afzet in het vlak en de afzet voor het vlak, zowel als gedeeltelijk in het vlak en gedeeltelijk voor het vlak worden goedgekeurd.

Gemeten wordt de afstand vanaf de dichtstbijzijnde indruk in het zand tot aan de voorzijde van de voetafdruk. Als er wordt afgezet voor het vlak, wordt gemeten tot aan de voorste lijn van het vlak.(Gezien vanuit de looprichting.) 3 pogingen; de beste telt.

Balwerpen:

De meisjes en jongens werpen met een softbal (180-200 gr). Het balwerpen geschiedt met een bovenhandse strekworp. Er wordt gebruik gemaakt van de aanloop en de sector zoals die wordt gebruikt voor het speerwerpen. De afstanden worden zoals bij speerwerpen afgerond op

centimeters. Iedereen krijgt 3 pogingen; de beste telt.

Estafette:

Voor meisjes en jongens 10 x 60 meter. De estafette geschiedt in banen en er wordt op en neer gelopen. De leerlingen lopen derhalve naar elkaar toe en wisselen het stokje achter de lijn of de paal. Vindt de wisseling niet plaats achter de lijn of paal dan kan diskwalificatie volgen. Een estafetteploeg bestaat uit 10 verschillende leerlingen die elk 1 x 60 m lopen.

Deelnemers:

De school mag per team op ieder individueel nummer minimaal 3 en maximaal 5 leerlingen inzetten. Elke leerling mag deelnemen aan twee nummers en eventueel aan de estafette.

Puntentelling:

In de categorie M.A. en J.A. gelden de prestaties van de drie beste leerlingen per nummer per school. De leerlingen worden qua prestatie per nummer in volgorde gezet. Vervolgens worden punten toegekend. Bij b.v. 5 deelnemende scholen in een cate­gorie wordt, omdat drie leerlingen punten krijgen, aan de eerstgeplaatste 15 punten toegekend. De 2e krijgt 14 punten, de 3e 13 punten enz. De 15e leerling krijgt nog 1 punt. Hierna worden de behaalde punten op 5 onderdelen bij elkaar opgeteld ** N.B. Voor de estafette geldt een afwijkende puntentelling:

de 1e aankomende ploeg krijgt 5 x 3 = 15 punten

de 2e aankomende ploeg krijgt 4 x 3 = 12 punten

de 3e aankomende ploeg krijgt 3 x 3 = 9 punten enz. enz.

Sluit dit venster                  Print document